Wie online pissige reacties schrijft, blijft kwader achter

We krijgen vaak de raad te ventileren als er iets op onze lever ligt. Toch blijkt uit nieuwe psychologische studies dat dit op het wereldwijde web niet het geval is. "Online ventileren is zoals een brand blussen met benzine, stelt onderzoeker Ryan Martin.

In het online tijdschrift 'Cyberpsychology, Behavior, and Social Networking' publiceerde Ryan Martin, docent psychologie aan de universiteit van Wisconsin-Green Bay, verschillende studies rond online agressie.

Online ventileren
In een eerste onderzoek kwam hij tot de conclusie dat mensen die regelmatige agressieve of negatieve commentaren achterlaten op het internet zich misschien meteen na de daad even ontspannen voelen, maar over het algemeen veel meer woede en frustraties ervaren.

Uit een tweede studie bleek vervolgens dat het lezen van andermans woedende tirades een uiterst negatieve gemoedstoestand kan veroorzaken. Ook het schrijven ervan wordt uiteraard gekoppeld aan negativiteit.

Benzine op het vuur
"Het internet lokt impulsiviteitsproblemen uit als geen ander. Het is bijna te gemakkelijk om onmiddellijk te reageren wanneer je anoniem en pissig bent", stelt Martin. Hoewel de studies zelf toegespitst waren op zogenaamde 'rant websites', integraal gewijd aan virtueel schreeuwen, heeft het onderzoek ook gevolgen voor Facebook, Twitter, blogs en online kranten.

"Sommige mensen lopen het risico te denken dat het internet een aparte wereld is. Ze voelen zich veilig in hun anonimiteit. Wat ze zich echter niet realiseren is dat hun online misbruik pijn en frustraties bezorgt aan de ontvanger(s). Dit is geen parallel universum, dit is het echte leven", klinkt het.

Sociale afstand
De combinatie van je kunnen verbergen achter een nickname en de sociale afstand zorgt ervoor dat we ongeremd en onvoorzichtig communiceren. "Velen zien dit soort ventilatie als een manier om om te gaan met woede. Ze denken dat het een gezonde aanpak is, maar dat is absoluut niet het geval. Er is uiteraard niets mis met kwaad zijn, maar we hebben wel nood aan een positievere aanpak. Probleemoplossend werken en verandering in de hand werken zijn daar goede voorbeelden van", besluit Ryan Martin.

(Door Lynn Formesyn)

Leave a Reply