Zelfs de meest nuchtere Hollanders kloppen weleens af op hout, lopen liever niet onder een ladder door of voelen iets bij het getal 13. Hoe ‘modern’ we ook zijn, bijgelovig zijn we vrijwel allemaal. Tegenwoordig heeft bijgeloof steeds meer een persoonlijke vorm. Zo draagt golfer Tiger Woods altijd een rood shirt tijdens belangrijke wedstrijden en is tanden poetsen slechts een van de 18 rituelen die de zanger van Coldplay doorloopt voor hij het podium op kan.

In ‘Dat kan geen toeval’ zijn wordt stilgestaan bij de verschillende vormen die bijgeloof – over de hele wereld, door de eeuwen heen – kan aannemen, en ook welke daarvan ons helpen en welke juist riskant kunnen zijn. Maar waarom lijkt bijgeloof in onze moderne samenleving juist een steeds grotere rol te spelen? In een toegankelijke stijl, met hilarische en herkenbare voorbeelden, geven de auteurs een psychologische verklaring van een machtig fenomeen.

Over de auteurs
Frenk van Harreveld (1971) is als universitair hoofddocent verbonden aan de programmagroep sociale psychologie van de Universiteit van Amsterdam.

Joop van der Pligt (1951) is hoogleraar sociale psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij studeerde filosofie en psychologie in Utrecht.

Bastiaan Rutjens (1980) studeerde onder andere cultuur- en godsdienstpsychologie. Hij werkt als postdoctoraal onderzoeker in Canada.

Lees ook:Psycholo-geld: over hoe we geld uitgeven
Lees ook:De optimalist – leer perfectionisme loslaten
Lees ook:Wim Koomen duikt in Intieme relaties
Lees ook:Jan Derksen: Bevrijd de psychologie
Lees ook:Taalgebruik Sociale media schiet te kort