60 punten regel werkt

Nominaal is normaal werpt zijn vruchten af. Het ziet er naar uit dat twee derde tot driekwart van de eerstejaars van FSW de benodigde 60 punten gaan halen. Invoering voor de hele EUR is nabij.

Van de vier opleidingen van de Faculteit der Sociale Wetenschappen gaat naar verwachting tussen twee derde en driekwart van de studenten alle 60 punten van het eerste jaar halen. Zij mogen dus door naar het tweede jaar. De percentages zijn vergelijkbaar, of mogelijk nog wat hoger dan de percentages van het aantal studenten dat in voorgaande jaren in twee jaar zijn propedeuse haalde. “Ik wil niet te vroeg juichen, maar de voorspelling is voor sociologie en bestuurskunde zelfs dat het rendement 10 procent hoger ligt in één jaar, dan voorheen na twee jaar studie”, zegt FSW-decaan Henk van der Molen opgetogen.

Doel bereikt
Het experiment ‘Nominaal = normaal’ om eerstejaars van de opleidingen sociologie, bestuurskunde, psychologie en pedagogische wetenschappen al hun 60 studiepunten in één jaar te laten halen, lijkt hiermee zijn doel te hebben bereikt: studenten naar het tweede jaar laten gaan zonder ballast van eerstejaars vakken om zo studievertraging en uitval te voorkomen.
Dit alles blijkt uit de
rapportage over de regeling ‘Nominaal is normaal’ (N=N) die maandag gepresenteerd werd aan de faculteitsraad van FSW. In het onderzoek van het Risbo is de stand van zaken na drie blokken onderwijs bekeken, op basis waarvan een goede indicatie te geven is van het rendement aan het eind van het jaar. Verder is behalve naar de studieresultaten ook gekeken naar de studiekeuze en de instroom bij de vier studies van de faculteit.

Rest van de EUR
Op basis van de positieve uitkomsten bij FSW heeft het College van Bestuur het voornemen om het nieuwe onderwijssysteem breder in te voeren. In overleg met de decanen en de Universiteitsraad wordt deze maand besloten bij welke opleidingen ‘Nominaal is normaal’ komend collegejaar (2012-2013) wordt geïntroduceerd. Bij welke faculteiten N=N daadwerkelijk wordt ingevoerd in september, wordt bekend na de vergadering van de U-raad op 27 maart.
Wel werd gister bekend dat de Faculteit der Wijsbegeerte uitstel heeft gevraagd voor de invoering van N=N tot het collegejaar 2013-2014, omdat de faculteit over onvoldoende capaciteit beschikt om op per komend collegejaar het onderwijs en de organisatie N=N-proof te hebben.

Studieadviseurs bovenop
De faculteitsraad vroeg aan het faculteitsbestuur of N=N nu ook echt de reden is voor het verhoogde rendement, of dat ook de extra coaching door studieadviseurs en de dreiging van de langstudeerboete heeft meegespeeld?
Van der Molen legt nogmaals uit dat N=N ook meer is dan enkel het moeten halen van alle punten in het eerste jaar. Het gaat ook om meer begeleiding, kleinschaliger onderwijs. “Studieadviseurs zitten er bovenop. Tegelijk zie ook het effect dat mensen de normen nastreven die ze worden opgelegd.”
Hij geeft wel toe dat de invloed van de dreiging van de langstudeerboete niet te onderzoeken is. Om enig vergelijk te kunnen maken, worden aan het einde van het collegejaar de rendementscijfers van de eerstejaars van de andere faculteiten die nog niet meedoen met N=N, naast die van de FSW gehouden.

Zelfstudie
Opmerkelijk is dat studenten sociologie en psychologie nauwelijks meer uur per week aan zelfstudie zijn gaan besteden. Bij sociologie ging het aantal uur zelfstudie van 22 uur per week, naar 22,9 uur. Bij psychologie ging dit respectievelijk van 22,6 naar 23,3 uur. Bestuurskunde is niet meegenomen in dit onderzoek en bij pedagogische wetenschappen is geen vergelijking mogelijk omdat deze opleiding dit jaar pas is begonnen.

Invloed op inschrijving
Uit het onderzoek van het Risbo blijkt verder, dat studenten zich naar eigen zeggen niet hebben laten beïnvloeden bij hun studiekeuze door de maatregel dat ze in het eerste jaar alle studiepunten moeten halen. Sterker, meer dan de helft van de eerstejaars was niet eens op de hoogte van de regeling voor ze aan de opleiding begon. Dit bleek ook al uit eerder onderzoek.
De studenten die wel bekend waren met het feit dat ze in het eerste jaar geen punten mogen laten liggen, hebben hierdoor niet overwogen om dezelfde studie elders te gaan volgen. Ook bij de vooraanmelders die zich uiteindelijk niet voor een FSW- studie hebben ingeschreven, blijkt N=N nauwelijks een overweging te zijn geweest. Overigens maken de onderzoekers de kanttekening dat nooit kan worden vastgesteld of er jongelui zijn, die zich op voorhand vanwege N=N niet hebben ingeschreven aan de FSW.

Aantal inschrijvingen daalde
Overigens is bij de drie bestaande opleidingen het aantal inschrijvingen gedaald. Vooral het aantal eerstejaars bij sociologie maakte een enorme duikeling: van 134 in 2010 naar 73 in 2011. Daarbij aantekenend dat in 2009 het aantal op 90 lag. Bij bestuurskunde daalde het aantal eerstejaars van 180 naar 126, bij psychologie van 297 naar 278. Landelijk daalde overigens ook het aantal inschrijvingen bij sociale wetenschappen.

No shows drukken rendementscijfers
Studenten die zich wel in hebben geschreven, maar nooit zijn komen opdagen, drukken de rendementscijfers enorm. Bij sociologie ligt het percentage zogeheten ‘no shows’ op 26 procent en bij pedagogische wetenschappen op 17 procent van het totaal aantal eerstejaars. De faculteit krijgt deze studenten wel bekostigd, maar ze halen de rendementscijfers sterk omlaag omdat ze nooit een diploma zullen halen.
Vermoed wordt dat dit vaak studenten zijn die elders een opleiding volgen en zich aan de FSW voor een tweede studie hebben ingeschreven. Omdat ze slechts één keer collegegeld betalen, is er geen prikkel om de tweede studie ook echt te volgen dan wel om de inschrijving ongedaan te maken.
Decaan Henk van der Molen heeft toegezegd aan de faculteitsraad om met het College van Bestuur over deze problematiek te praten. WG

Nadere informatie:

06 maart 2012

Leave a Reply