Stoppen met piekeren kun je leren

Crisis geeft veel mensen negatieve gedachten
Vanwege de economische crisis zijn mensen meer dan ooit `s nachts maar ook overdag aan het piekeren. Een behoorlijk groot percentage daarvan piekert zo vaak, dat het hun dagelijks functioneren in de weg zit. Professor dr. Theo Bouman, adjunct hoogleraar klinische psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen weet de oplossing: “Minder piekeren kun je vrij snel leren via cognitieve gedragstherapie. Daarmee ontstaat ruimte voor meer realistische gedachten en dat leidt tot een minder gestrest leven.”

 

Cognitieve gedragstherapie, oftewel CGT,  leert mensen kijken naar de eigen situatie en daar gericht op ingrijpen. De vragen ‘wat denk je’, ‘wat doe je’ en ‘wat voel je’ staan centraal. Er wordt vooral praktisch gekeken naar manieren om minder te piekeren, niet naar allerlei onderliggende oorzaken van problemen. Bouman: “Wat pik je op uit het nieuws op tv of in de krant? Zie je alleen de negatieve berichten over de economie of vallen je ook positieve nieuwtjes op? Je leert in een beperkt aantal sessies heel gericht wat je kunt doen om situaties meer gebalanceerd te beoordelen.”

 

Overmatig piekeren verlamt

Het is al langer bekend dat er een koppeling bestaat tussen de economische crisis en psychische problemen. Moeilijke leefomstandigheden en onzekerheid leveren stress op. Dat kan zich vertalen in overmatig piekeren, negatieve gedachtestromen die zich niet meer laten stoppen. “Het kan iedereen overkomen maar mensen die het toch al moeilijk vinden om met onzekerheden om te gaan, lopen een groter risico. Het gevaar van obsessief nadenken, is dat je verlamt en daardoor nog meer de grip verliest op je situatie,” constateert Bouman . Het kan zich ook vertalen in allerlei lichamelijke klachten, zoals spierspanning, slecht slapen, en problemen met de eetlust. Vaak gaan mensen met dat soort problemen naar de huisarts, en blijft het onduidelijk dat overmatig piekeren de motor van die klachten is.

 

Onderzoek van de Europese Commissie geeft aan dat 20 procent van de Europeanen zegt soms zonder geld te zitten en moeite heeft om essentiële producten te kopen en belangrijke rekeningen te betalen. 77% van de Nederlanders geeft aan de afgelopen twaalf maanden minder geld te hebben.

 

Goed voor de patiënt én de portemonnee

Voordeel van cognitieve gedragstherapie is dat je in relatief korte tijd resultaten ziet. Dat is prettig voor de patiënt, die weer controle voelt over zijn dagelijks bestaan. Maar het is ook goed met het oog op de stijgende kosten van de gezondheidszorg, signaleert Bouman. “Uit studies blijkt dat de aanname hoe meer behandelingen, hoe beter het resultaat niet opgaat. Het is juist zo dat het meeste effect te zien is in pakweg de eerste tien behandelsessies. En dat past heel goed bij de cognitief gedragstherapeutische behandelmethoden.”

 

Iemand die zich in zijn dagelijks leven erg gehinderd voelt door het piekeren en de bijkomende lichamelijke klachten, kan het best contact opnemen met de huisarts. Deze kan beoordelen of doorverwijzing naar een cognitief gedragstherapeut op zijn plaats is.

 

 

Leave a Reply