Uit een onderzoek naar het zelfbeeld van mannen blijkt dat ze meer belang hechten aan de mening van 'soortgenoten' dan aan die van bedpartners. "De mannelijke obsessie met formaat heeft zelden iets te maken met seksueel kunnen, maar groeit veel meer vanuit een strijd met andere mannen", klinkt het.

In het kader van een doctoraat Klinische Psychologie aan de Australische Victoria University ging Annabel Chan Feng Yi kijken hoe het gesteld is met lichamelijke onzekerheden bij mannen. Ze ondervroeg 738 heren tussen 18 en 76 jaar oud en ontdekte dat ze zich net als vrouwen vrijwel allemaal zorgen maken over hun gewicht. Ook het formaat van de penis blijkt een dominant zorgenkindje te zijn, net als de spiermassa.

Kleedkamersyndroom
De mannelijke obsessie met formaat heeft zelden iets te maken met het plezieren van bedpartners of met het overkomen als een kwaliteitsvolle 'lover'. Mannen worden veel meer gedreven door de competitie met andere mannen en voelen zich dan ook het meest onzeker op locaties waar ze gekeurd kunnen worden door 'soortgenoten'. Kleedkamers zorgen hierdoor voor heel wat zelfbeeldstress, veel meer dan de slaapkamer dat doet tijdens een eerste seksueel contact met iemand nieuw.

"Mannen die kampen met het kleedkamersyndroom blijken over het algemeen best tevreden met de grootte van hun penis, althans toch in een seksueel kader", stelt Feng Yi. Het onderzoek demonstreert dan ook dat sociale druk op 'body image' niet enkel weggelegd is voor vrouwen.

(Door: Lynn Formesyn)