Moderne topmanager helemaal niet machtsverslaafd

altAMSTERDAM- Wetenschappers hebben vastgesteld dat managers op hoge posities veel minder naar macht verlangen dan hoogopgeleiden op lagere posities. Dat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek van Intermediair onder ruim duizend hoogopgeleiden in samenwerking de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit van Tilburg.

Het resultaat is opmerkelijk, omdat de psychologie er altijd van uit is gegaan dat machtsverlangen juist toeneemt naarmate mensen hoger klimmen op de maatschappelijke ladder. Er zijn honderden films en boeken over gemaakt: de kleine vreselijke Napoleon in het bedrijfsleven.

In zo'n boek of film gaat het dan altijd totaal mis met de machtshongerige op school gepeste topman die iedereen verslaat op zijn weg naar de top in het bedrijfsleven. In films en boeken is deze overwinnaar altijd omringd door slechte en ook aantrekkelijke personen die er voor zorgen dat hij zelf geen vuile handen krijgt.

Maar er gloort hoop want zijn 'vreselijke' vrouw, zijn plotseling tevoorschijn gekomen zoon van een onbekende minnares en zijn verwende kinderen doen allemaal verschrikkelijke dingen en zijn favoriete medewerkers zorgen er tenslotte voor dat zijn bedrijf instort.

Alles wat hem rest is nog boodschappen doen bij AH waar de kassiére hoogstens zegt: 'Doorlopen meneer."

Volgens het carrièreplatform voor hoogopgeleiden Intermediair vertonen hoogopgeleiden in het topmanagement met een gemiddelde van 3,7 juist een opvallend lage machtshonger. De cijfers zijn gebaseerd op een aantal vragen over machtsverlangen (en machtsfantasieën) die de hoogopgeleiden zelf moesten invullen. Het lagere en het middenmanagement scoort rond de 4,6. (Op een lijst van 1 tot 7).

Volgens de betrokken Groningse en Tilburgse onderzoekers is het voor de eerste keer dat de wetenschap op deze empirische manier onderzoek heeft gedaan naar machtsverlangen. Eerdere onderzoeken wezen uit dat macht verslavend werkt. Dus: hoe meer je ervan hebt, hoe sterker je verlangt naar nog meer macht.

"Volgens de onderzoekers met wie we samenwerkten zijn de data achter ons onderzoek heel hard en is het onderzoek overtuigend," zegt Kees Versluis, chef redactie van Intermediair en coördinator van het onderzoek. Nader onderzoek moet volgens hem duidelijk maken hoe de resultaten zich laten rijmen met de eerdere (minder empirische) onderzoeken.

Versluis: "Wij denken dat de nieuwste generatie topmanagers anders is dan de vorige. De deelnemers aan ons onderzoek waren niet ouder dan begin veertig."

Een terecht getrokken conclusie. Het werd hoog tijd dat men het foute beeld van de ouderwetse dictatoriale manager bijstelde.

Bij een onderzoek als hier heeft plaats gevonden zijn er vooraf natuurlijk al waarnemingen geweest van een veranderde verhouding tussen medewerkers en hun manager of directeur.

De nieuwe stijl van leiding geven berust op communiceren tussen medewerker en leiding gevende. Daarbij overtuigt de leiding gevende haar of zijn medewerker dat er een bepaalde taak moet worden verricht. Het woord 'moeten' zou daarbij toch wel gehandhaafd worden omdat werk -hoe dan ook verricht- toch gebaseerd is op een afspraak samenhangend met een beloning. Werken voor een baas is in die zin toch aan duidelijke grenzen gebonden. Er moet dit- en- dat gebeuren en daar staat dan een vastgestelde betaling tegenover.

Veel mensen zouden hun werk met veel meer plezier doen als zij bazen zouden hebben die hun op die manier tegemoet zouden komen. Dus met vertrouwen in hun oordeel en bekwaamheden. Er zijn ook altijd chefs geweest die dit hebben begrepen en bij de nieuwe generatie leidinggevenden is deze stijl van leiding geven al min of meer vanzelfsprekend geworden. Het leven is tegenwoordig gelukkig alom veel democratischer geworden. En het onderzoek van Intermediair getuigt van veel en actueel inzicht.  

Dat neemt overigens natuurlijk niet weg dat er ook medewerkers zijn die hun frustraties over persoonlijke kwesties in hun werksituatie zwaar bij anderen proberen neer te leggen. Het zijn moeilijke types om mee te werken en zij zorgen voor veel onrust en narigheid bij anderen. Als zij niet met duidelijke grenzen worden geconfronteerd kunnen zij veel onheil veroorzaken.

Gek genoeg kan de ouderwetse baas daar dan wel heel direct en effectief orde op zaken stellen. Soms is men hem daar dan ook dankbaar voor.

Je kunt dus wel in het algemeen een werksfeer definiëren en daarin menswaardige en effectieve doelen voor stellen. Maar soms komen er vanuit een heel ander niveau confrontaties voor die om een totaal ander krachtenveld vragen want oertaal is blijkbaar het enige wat sommige mensen dan wel kunnen verstaan en begrijpen.

Meer info op de site van
intermediair.nl/machtsverslaafd.

 

Leave a Reply