Gelukkig bedroefd

'Narcissus' van Caravaggio.

'Narcissus' van Caravaggio.

Maandag
Een lezer meent dat ik ‘ongelukkig’ ben omdat ik ‘niet positief’ klink. Een andere lezer heeft bezwaren tegen mijn ‘sarcasme’. Dat krijg je nu als je een eeuw lang je beschaving onophoudelijk psychologiseert: alles klinkt op den duur zo hol als een lege kerk. De maat van alle dingen wordt het geluk, alles wat daarvan afwijkt wekt de ergernis van de psychologisch geconditioneerde mens op. Vergelijk het met smaken: al het niet-zoete is niet lekker. Maar ik vraag u, waar stonden we in het westen zonder drieduizend jaar vol scherpe, wrange, sarcastische commentaren? In de salade die ik opdien zorgt de azijn voor allure, de peper voor de zwier, het zout voor de humor – en om tegemoet te komen aan ons weke sentiment strooi ik er ook nog wat rozijnen en druiven over. (Vort, lezer, scheer u weg, gij die onderworpen zijt aan de psychologie!)

Dinsdag
De psychologie heeft de romantiek geliquideerd. Zuchten om je geliefde is veranderd in zuchten om jezelf. In plaats van de tragische onbereikbaarheid en haar contragewicht, het burgerlijk huwelijk, is de echtscheiding gekomen. Niet voor niets mondde de grote romantische eeuw, een eeuw van grootse muziek en grootse poëzie, in de psychoanalyse uit. Dat was in Wenen, het laboratorium waar de ondergang van Europa werd beraamd. Daar zwaaide de antisemitische burgemeester Karl Lueger de plak: hij leidde ieder ongenoegen met zijn retorische vaardigheden de Judengasse in. Voor de poort van de kunstacademie stond Adolf Hitler te kniezen. (Natuurlijk was het negentiende-eeuwse zuchten makkelijker vol te houden, want het werd als vanzelf in de tijd beperkt door de tuberculose.)

Woensdag
Eindelijk ben ik geïntegreerd! Ik zal vertellen hoe dat is gekomen. Op de hoek van mijn straat remde een zwarte auto van de soort die gewoonlijk een vertegenwoordiger van de jeunesse dorée omgeeft. Zijn remmen was geheel uit een jongensboek afkomstig: de banden krijsten, hij kwam op een meter van mijn hart tot stilstand, een rubberlucht steeg als een brandoffer naar de grijze februarihemel op. Een dikke kerel van een jaar of dertig draaide zijn raampje open. Ik zei: ‘Ik heb hier voorrang, meneer!’ Aan zijn gehinnik ging een snuiven vooraf, zijn nek zwol op en dit las ik in het jongensboek: ‘Flamouche de merde!’ Ach, ik kan u niet zeggen hoezeer die hartenkreet als een verfrissende lenteregen op mijn verbitterde gemoed neerdaalde! Voor het eerst in ontelbare jaren was ik geen vuile Hollander!

Donderdag
Ben ik inderdaad een verwaten ‘Hollander’, zoals fijnbesnaarde en ontwikkelde lieden in dit land mij wel eens verweten hebben? Hoe schrijf ik mijn apologie? Als volgt misschien. Indien ik de diepe afkeer van mezelf voelde die de Vlaming eist van de buurman ten noorden van zijn erf, kon ik onmogelijk als schrijver functioneren. U moet weten dat het een vermoeiend en dikwijls ontmoedigend vak is, waarvoor je wel een minimaal zelfrespect nodig hebt, bij wijze van krachtbron. Nee, ik bezoedel de letteren niet, ik ben geen inktvlek op die pagina. Als er een ondenkbaar wetenschappelijk toestel bestond waarmee ik de toestand van mijn ziel kon meten, oscilleerde de naald gewoonlijk ergens halverwege Narcissus en Flagellant. Op slechte dagen bedraagt mijn narcisme misschien 17 over 10…

Donderdagavond
Ander beeld: Narcissus en de flagellant zijn marginalen in mijn inwendige stad.

Vrijdag
Anke Vandermeersch van de Foute Partij poogde voor haar boek ‘Hoer noch slavin – vrouwen en islam’ een advertentie te plaatsen in Flair en Libelle. Beide brave damesbladen weigerden. De senator maakte de antwoorden openbaar. Een zekere Tine Trappers, chef redactie Flair, stuurde dit onvergetelijke antwoord: ‘Beste Anke, Gezien onze code of conduct kunnen wij deze advertentie niet plaatsen. Groetjes, Tine’. Hahaha! Alle weerzin die de geest dezer eeuw me inboezemt – en dat is heel wat weerzin, lezer – is hier beknopt samengevat… De toon van valse intimiteit (cfr. het ‘je’ waar de lezeres van Flair ideologisch-semantisch mee wordt aangesproken), als kauwgom uitgerekt tot in het land Polcorrectistan, waar je vijand zelfs niet meer als vijand kan worden aangesproken. Dat ‘code of conduct’, want stel je voor dat je als moderne wereldburger zoiets ‘gedragscode’ zou noemen. Het onvermogen in te zien dat in een islamitische context een blad als Flair helemaal niet zou mogen bestaan, want in een islamitische context is er geen tekst (behalve die van het geloof). En dan de weergaloze onbenulligheid van dat ‘Groetjes’, dat zo schitterend accordeert met het tutoyeren van die incorrect-dissidente juffrouw Vandermeersch…

Zaterdag
Cioran: ‘La mélancholie est une religiosité sans besoin d’Absolu, un glissement hors du monde sans l’attraction de la transcendance, un penchant vers les apparences du ciel, mais insensible au symbole qu’il représente. Dévastant le ciel ouvert par l’extase, elle anéantit ici et au-delà et conduit l’esprit en manque de repères à une double déception: l’être et le néant s’annulent l’un par l’autre, l’un dans l’autre. La mélancholie rachète cet univers et cependant c’est elle qui nous en sépare. Perplexe, le mélancholique comprend que cette maladie de l’âme est à la fois l’unique preuve du paradis perdu.’ Wat een Gallische poeha! Als je ‘Absolu’, ‘transcendence’, ‘ciel’, ‘extase’, ‘être’, ‘néant’ enzovoorts allemaal in één alinea propt, ontstaat er een oorverdovende betekenisloosheid. Er is een veel mooiere, anonieme, eveneens Franse omschrijving van het verschijnsel: ‘La mélancholie, c’est le bonheur d’être triste.’ Kijk, psychologisch misvormde lezer, dat is nu mijn levenshouding!

Leave a Reply