Dr. A.H. Heinekenprijs voor Cognitiewetenschap voor John Duncan
15 maart 2012
De neurologische basis van gedrag en intelligentie
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen heeft de Dr. A.H. Heinekenprijs 2012 voor Cognitiewetenschap (een bedrag van 150 duizend dollar) toegekend aan professor John Duncan, hoogleraar Neurowetenschappen en adjunct-directeur van de MRC Cognition and Brain Sciences Unit in Cambridge, Verenigd Koninkrijk. Hij krijgt de prijs voor zijn opmerkelijk multidisciplinaire en vernieuwende onderzoek naar de relaties tussen psychologie, gedrag en intelligentie enerzijds en neurologische processen anderzijds.
Onderzoek
John Duncan is een allround wetenschapper die met zijn werk bruggen bouwt tussen psychologie en gedragswetenschap aan de ene kant en neurobiologie aan de andere.
Duncans veelzijdige werk omspant alles van klinische observaties tot en met digitale hersenscans en elektrofysiologische metingen aan individuele zenuwcellen in proefdierhersenen. In essentie bestudeert hij echter telkens twee cruciale hersenfuncties: het vermogen de aandacht selectief te richten op alleen de belangrijkste prikkels, en het vermogen denken en handelen af te stemmen op een veranderende omgeving. In vaktermen: 'selectieve attentie' en 'intelligentie'.
Het zijn fenomenen die ooit alleen door 'zachte' gammawetenschappers werden bestudeerd, maar die mede dankzij bruggenbouwers als Duncan tegenwoordig ook uitgebreid vanuit de 'harde' neurowetenschappen worden benaderd.
Duncan brengt waarnemingen en theorie n uit een reeks specialismen samen en komt zo tot vernieuwende concepten die zich uitstrekken van individuele zenuwcel tot en met menselijke gedragspatronen, en die voor veel collega's een bron van inspiratie vormen.
E n zo'n concept was een model ter verklaring van het vermogen om de aandacht selectief op bepaalde visuele prikkels en objecten te richten. Duncans 'biased competition' model bracht in de tachtiger jaren concepten uit de neurofysiologie en de psychologie bijeen. Volgens Duncan concurreren prikkels om de aandacht van de hersenen en hebben prikkels die passen bij de taak van dat moment een voorsprong. Het concept geldt nu als een hoeksteen van de cognitieve neurowetenschappen en wordt ook gebruikt in de bestudering van fenomenen zoals taal, geheugen en emotie.
Meer recent ontwikkelde Duncan een nieuwe theorie voor hoe zenuwcellen in een aantal multifunctionele hersencentra tezamen zorgen voor intelligent gedrag. De theorie is mede gebaseerd op de waarneming van een aantal hersencentra die betrokken zijn bij heel verschillende soorten taken. Samen zouden ze een 'meervoudige-taak neuraal netwerk' vormen dat, afhankelijk van de situatie, de ene taak voorrang geeft boven de andere. Zo'n netwerk zou gestructureerde, abstracte programma's kunnen uitvoeren die leiden tot doelgericht, intelligent gedrag.
Duncan ontwierp een serie neurologische metingen die in experimenten het IQ van proefpersonen deels bleek te kunnen voorspellen. Dat suggereert dat zulke metingen in de toekomst een nuttige aanvulling kunnen vormen op de klassieke, psychologische intelligentietest. Het geeft bovendien fascinerende doorkijkjes naar nieuwe relaties tussen biologische en kunstmatige vormen van intelligentie.
Onderzoeker
John Duncan studeerde psychologie en fysiologie aan de Universiteit van Oxford, en promoveerde in 1976 aan die zelfde universiteit. Na enkele jaren postdoctoraal onderzoek aan de Universiteit van Oregon in Eugene, Oregon, Verenigde Staten, keerde hij in 1978 terug naar het Verenigd Koninkrijk als onderzoeker voor de Medical Research Council (MRC) in Cambridge. Hij kwam te werken bij de 'Applied Psychology Unit', een instituut dat hij sindsdien trouw is gebleven. Inmiddels is hij adjunct-directeur van wat is omgedoopt tot de MRC Cognition and Brain Sciences Unit.
Duncan is een hooggewaardeerd wetenschapper, getuige bijvoorbeeld vele publicaties in toonaangevende tijdschriften als Science, Nature en Nature Neuroscience. Tegelijk heeft hij een reputatie gevestigd in het vertolken van wetenschappelijke kennis naar een breder publiek.
In 2010 verscheen zijn boek How intelligence happens. Daarin neemt Duncan de lezer mee langs modern onderzoek op het gebied van psychologie, kunstmatige intelligentie, hersenscans en neurofysiologie vanuit het perspectief van de cognitiewetenschap.
John Duncan is lid van, onder meer, de Britse Royal Society en de British Academy.
Belangrijke publicaties
* Duncan, J. (1984). Selective attention and the organization of visual information. Journal of Experimental Psychology: General, 113, 501-517. 936 ISI citations.
* Duncan, J., Humphreys, G.W. (1989). Visual search and stimulus similarity. Psychological Review, 96, 433-458. 1,560 ISI citations.
* Desimone, R., Duncan, J. (1995). Neural mechanisms of selective visual attention. Annual Review of Neuroscience, 18, 193-222. 2,238 ISI citations.
* Duncan, J., Seitz, R. J., Kolodny, J., Bor, D., Herzog, H., Ahmed, A., Newell, F. N., Emslie, H. (2000). A neural basis for general intelligence. Science, 289, 457-460. 379 ISI citations.
* Duncan, J. (2010). How intelligence happens. New Haven, CT: Yale University Press.
De prijs
De Dr. A. H. Heinekenprijs voor de Cognitiewetenschap werd in 2006 ingesteld. Het is de eerste grote internationale prijs voor het relatief nieuwe, brede terrein van de cognitiewetenschap, die onderzoekt hoe mens en dier kennis verwerven. Mevrouw Charlene L. de Carvalho-Heineken, die haar vader Alfred Heineken na zijn overlijden in 2002 opvolgde als voorzitter van het bestuur van de Stichting Alfred Heineken Fondsen, stemde mede met deze zesde Heinekenprijs in vanwege haar vaders levenslange fascinatie voor de werking van het menselijk brein. De prijs wordt voor de derde maal toegekend. Eerdere winnaars waren Stanislas Dehaene (2008) en John Anderson (2006). De jury staat onder voorzitterschap van Pearl Dykstra.
De uitreiking
De Heinekenprijzen voor wetenschap en kunst worden uitgereikt tijdens een bijzondere zitting van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen op donderdag 27 september 2012.