De Zomeracademie: Is te veel van iets echt zelden goed?

U heeft het zich wellicht al eens afgevraagd: bestaat er zoiets als té veel keuzemogelijkheden, té optimistische mensen, of té hoog opgeleide werknemers? Het wetenschappelijke antwoord is een duidelijke ja. Heel wat positieve eigenschappen van personen of initiatieven van organisaties kunnen leiden tot onverwachte negatieve gevolgen wanneer ze te ver worden gedreven. Onderzoekers noemen dit het too-much-of-a-good-thing-effect. Trop is dus te veel en te veel is trop.

Wat dacht u van deze om te beginnen: extreem vrolijke mensen leven minder lang. Mensen die extreem vrolijk zijn, vertonen immers risicovoller gedrag. Extreem optimisme is eveneens slecht voor de gezondheid. Zo evolueert het HIV-virus minder snel bij gematigde optimisten dan bij extreme optimisten. Te veel optimisme leidt er immers toe dat patiënten onrealistische verwachtingen gaan hebben over het verloop van een ziekte en vaak grotere risico’s nemen. Ter illustratie: toen bij Steve Jobs pancreaskanker werd vastgesteld, koos hij - tegen het advies van artsen in - voor een alternatieve therapievorm waarin hij zelf steevast geloofde, maar waarvan de effectiviteit ter discussie stond. Te optimistisch zijn kan dus de gezondheid schaden.

Op het werk

Ook in de werksfeer zijn er voorbeelden van het too-much-of-a-good-thing-effect. Als je creatieve uitmuntendheid wilt bereiken, stop dan tijdig met studeren. Extreme opleidingsduur staat flexibel denken namelijk in de weg. Voor managers en ondernemers kan ik volgende conclusies meegeven: te veel formele planning bij startende ondernemers leidt gemiddeld tot lagere bedrijfsprestaties, te snel groeien verhoogt de kans op falen en te veel diversifiëren als organisatie (bv. qua aantal producten) kan de financiële bedrijfsprestaties verminderen.

En tenslotte: hoewel assertiviteit een belangrijke eigenschap is bij leidinggevenden, zijn heel assertieve managers vaak minder effectief. Té assertief zijn heeft immers een negatieve impact op de relatie met teamleden.

Hoeveel is te veel?

Onderzoekers gaan nu op zoek naar het punt waarop prestatie, geluk, of gezondheid piekt. Laten we keuzevrijheid als voorbeeld nemen. In een studie bleken consumenten veel meer geneigd om confituur te kopen wanneer men kon kiezen tussen zes in plaats van vierentwintig soorten confituur. Op basis van verscheidene studies kon men het optimaal aantal keuze-opties identificeren: dit ligt tussen de twee en de vier opties. Boven dat aantal weten mensen niet meer goed wat te kiezen en blijken ze nadien ook minder tevreden met hun keuze.

Lees hier alle afleveringen van De Zomeracademie van De Gentenaar.

Leave a Reply