De psychologie achter schaarste: hoe te weinig tot nog minder leidt

Achter schaarste gaat een heel specifieke psychologie schuil. Dat is de boodschap van het boek ‘Why Having Too Little Means So Much’ van de auteurs Sendhil Mullainathan en Eldar Shafir. De auteurs merken op dat de hersenen van de mens anders werken wanneer hij met een tekort wordt geconfronteerd. Dat verschil blijft volgens de onderzoekers merkbaar, ongeacht de aard van het tekort. Zowel bij een gebrek aan geld, vrienden, tijd of voeding zal volgens hen een schaarstegedrag kunnen worden opgemerkt. Maar dat fenomeen zorgt er volgens de auteurs ook voor dat vele ontwikkelingsprojecten in arme landen mislukken.

“Deze instelling heeft twee belangrijke voordelen,” merken Mullainathan en Shafir, respectievelijk econoom aan de Harvard University en psycholoog aan de Princeton University, op. “Door het tekort wordt het brein gefocust op de meest dringende noden. Bovendien leidt het gebrek tot een betere inschatting van de waarde van geld, tijd, calorieën of sympathie. Eenzame mensen blijken beter in het ontleden van emotionele expressies, terwijl armen een heel groot besef hebben over kostprijs. Anderzijds kan die instelling echter een negatief effect hebben, want horizon en perspectief worden ingeperkt, waardoor een gevaarlijke tunnelvisie dreigt.”

“Bovendien slorpt de bezorgdheid ook cognitieve en mentale krachten op,” zeggen de auteurs nog. “Indiase suikerboeren blijken voor de oogst, wanneer ze met een geldtekort worden geconfronteerd, slechtere scores te halen op een intelligentietest dan na de verkoop van hun producten. Armoede heeft op het intelligentiequotiënt een even nadelige invloed als een slapeloze nacht. Dit schaarstegedrag bestendigt de schaarste. In ontwikkelingslanden blijken vele armen hun oogsten te verwaarlozen en hygiëne en gezondheidszorg te veronachtzamen. Ontwikkelingsplannen mislukken omdat de doelgroep zelf nalaat de voorgestelde projecten door te voeren.”

De auteurs waarschuwen dat deze problemen in de studies rond armoede vaak worden genegeerd omdat die benadering respectloos zou lijken voor de doelgroep. “Indien deze karakterproblemen echter niet als een oorzaak, maar wel als een gevolg van armoede zouden worden bestempeld, zouden een aantal hindernissen in het ontwikkelingswerk mogelijk kunnen worden weggewerkt,” aldus nog Mullainathan en Shafir. (MH)

Leave a Reply