‘De Noord-Koreaanse tranen om Kim Jong-il zijn echt’


Om in een politiek systeem als in Noord-Korea echt te kunnen geloven, heeft de mens veel vernuftige psychologische mechanismen tot zijn beschikking. Dat stelt Jan-Willem van Prooijen, universitair hoofddocent sociale psychologie aan de VU.

Het recente overlijden van de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-il bracht een aantal wonderlijke beelden op televisie. Het Noord-Koreaanse volk - een van de meest onderdrukte volkeren ter wereld - gaat massaal de straat op om te huilen en te rouwen omdat de dictator die hen de meest basale vrijheden jarenlang ontzegde is heengegaan.

Een interessante vraag is waar deze tranen vandaan komen: is dit pure propaganda van de Noord-Koreaanse staatstelevisie? Is het Noord-Koreaanse volk gehersenspoeld? Zijn de mensen bang om vervolgd te worden als ze niet in het openbaar rouwend gezien worden? Of zijn deze onderdrukte mensen misschien wel voor een belangrijk deel oprecht verdrietig om de dood van hun grote leider?

Het zal weinig moeite kosten u van de eerste drie vragen te overtuigen. Natuurlijk is er veel propaganda op de Noord-Koreaanse staatstelevisie; natuurlijk gaat er van dit regime een indoctrinerende werking uit; en natuurlijk zullen veel mensen daar bang zijn.

Veel interessanter is echter de laatste vraag. In hoeverre is het mogelijk dat mensen daar - niet alleen de hooggeplaatste vrienden van de dictator, maar ook mensen uit de meest armoedige lagen van de bevolking - oprecht verdrietig zijn, meeleven met de familie van hun grote leider, en in grote lijnen achter het Noord-Koreaanse regime staan?

Paradox
Dit klinkt wellicht wat paradoxaal: kunnen mensen sympathie voelen voor het systeem dat ze tot een leven in slavernij veroordeelt? Laat ik voorop stellen dat, in het geval van Noord-Korea, we dit nooit 100 procent zeker kunnen weten - ook onderzoekers worden niet toegelaten tot dat land, laat staan dat ze de bevolking op een betrouwbare manier zouden mogen of kunnen ondervragen over hun politieke mening. Maar, op basis van veel onderzoek en kennis uit de sociale psychologie is het wel mogelijk om, met een hoge mate van waarschijnlijkheid, te voorspellen dat het Noord-Koreaanse regime veel steun geniet onder de bevolking; ook bij de allerarmsten.

Wat vaak optreedt bij mensen die door een politiek systeem achtergesteld worden is een fenomeen dat in de sociale psychologie 'system justification' wordt genoemd - systeemrechtvaardiging dus. Waar dit fenomeen op neerkomt is dat onderdrukte mensen vaak een grote behoefte hebben om hun huidige leefsituatie - de status quo - als terecht, legitiem, en wenselijk te zien. Dit komt voort uit de behoefte van mensen om te geloven dat ze niet alleen goede en waardevolle personen zijn, maar het daarnaast in het leven ook goed voor elkaar hebben.

Om in zo'n politiek systeem echt te kunnen geloven heeft de mens veel vernuftige psychologische mechanismen tot zijn beschikking. Zo maken mensen bijvoorbeeld gebruik van zogenaamde 'complementaire stereotypen'. Een gebrek in het leven wordt gecompenseerd door veel andere voordelen te zien (een voorbeeldredenatie is 'Ik ben misschien arm, maar wel gelukkig; veel mensen elders zijn rijk en ongelukkig'. Daarnaast zullen mensen vooral aandacht hebben voor de voordelen van hun systeem en de nadelen ervan bagatelliseren, iets wat in Noord-Korea extra in de hand wordt gewerkt doordat de bevolking hun situatie nauwelijks kan vergelijken met hoe mensen elders in de wereld leven.

Echte tranen
Mensen gaan dus als het ware het politieke systeem waarin ze leven voor zichzelf goedpraten, en dat doen ze vooral als ze niets aan het systeem kunnen veranderen. Het gevolg? Mensen verafgoden hun onderdrukker, rationaliseren hun armoede en gebrek aan vrijheid, en denken dat ze het liefst alles bij het oude willen laten. Reken er dus maar op dat er in Pyongyang aardig wat echte tranen vloeien om Kim Jong-il.

Dit alles betekent niet dat er nooit een revolutie kan of zal plaatsvinden. Cruciaal in het proces van systeemrechtvaardiging bij een onderdrukt volk is namelijk het gevoel dat mensen hun situatie niet kunnen veranderen. Op het moment dat mensen wel het gevoel krijgen dat het anders kan en dat er iets te kiezen valt zal de meerderheid voor vrijheid kiezen, iets wat de recente Arabische lente opnieuw onderstreept.

Niemand kan de toekomst voorspellen en we weten niet hoe lang het Noord-Koreaanse regime nog aan de macht blijft. Wat ik u wel kan voorspellen is dat het snel gedaan is met de huidige systeemrechtvaardiging als er ooit democratie komt in Noord-Korea. Daarna zal het niet lang duren voordat het merendeel van de bevolking Kim Jong-il zal herinneren voor wie hij was: een gewetenloze tiran.

Jan-Willem van Prooijen is universitair hoofddocent sociale psychologie aan de VU.

Leave a Reply