Column Paulien Cornelisse: Vlaanderen

Paulien Cornelisse

Paulien Cornelisse (1976) combineert succesvol een carrière als cabaretschrijfster, cabaretière en columniste, na een studie psychologie. Na ervaring te hebben opgedaan in een cabaretduo (Rots) en bij Comedytrain (stand-up comedy), begon ze in 2005 aan een solocarière. In 2007 werd ze tweede op het Leids Cabaret Festival en in 2010 ontving ze de Neerlans Hoop, die jaarlijks cabaretprijs van de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties. Van haar columnbundel 'Taal is zeg maar echt mijn ding' (2009) werden in een jaar tijd meer dan driehonderdduizend exemplaren verkocht. In 2012 verschijnt haar tweede bundel met taalcolumns 'En dan nog iets'. Tot maart 2012 staat ze in het theater met haar tweede soloprogramma 'Hallo Aarde'.

 

Onlangs weer eens een middagje in Vlaanderen geweest. Mijn doel in Vlaanderen is eigenlijk altijd om iemand 'kraantjeswater' te laten zeggen. Dan is mijn dag verder goed. Als je aan een Vlaming vertelt dat we in Nederland gewend zijn aan kraanwater, dan kijkt hij je geschokt aan en zegt: "Maar… water, uit zo’n groot ding?" Bij 'kraan' denkt een Vlaming aan een hijskraan.

In de trein van Antwerpen naar Brussel zat een gezin met een kind dat voortdurend dingen deed die niet mochten. Ik weet niet precies wat, want ze zaten achter mij. Maar de moeder zei steeds heel gedecideerd en luid tegen het kind: "NEEN!"

Bij ons vinden we een 'n' achter 'nee' toch vooral passend als je in de zeventiende eeuw leeft en bijvoorbeeld een uitdagende functie vervult bij de VOC.

In Vlaanderen is 'neen' daarentegen iets alledaags, en het zijn precies zulk soort uitingen die ervoor zorgen dat Nederlanders bijna unaniem houden van het Vlaams. Het is schattig, het is lief, het is grappig. Veel Nederlanders zouden best hun kat in willen ruilen voor een gezellige Vlaming, die lekker op de verwarming komt liggen.

Omgekeerd is dat niet het geval. De Vlamingen die ik ken, vinden Nederlands-Nederlands grof en lelijk. Dat vind ik zielig voor ons. Waarom kunnen de Vlamingen ons niet ook schattig vinden? Het enige waar ze plezier in hebben is 'Amersfoort’'op z’n Nederlands uitspreken, en daarna honend lachen.

Het zal wel komen doordat wij ooit de baas waren over de Vlamingen. Toen hebben ze een hekel aan ons ontwikkeld die ze niet meer kwijt zijn geraakt. En wij, als overheersers, mochten de Vlamingen zien als schattig en aandoenlijk. Als, inderdaad, een soort huisdieren.

Open all references in tabs: [1 - 3]

Leave a Reply