Algemeen Directeur ATEA-groep Remko van der Sanden promoveert

Van der Sanden: “Bij stigmatisering wordt een persoon of een groep mensen negatief ‘geoormerkt’ en daardoor roept die persoon of die groep mensen bij ons negatieve gevoelens en reacties op. Mijn proefschrift behandelt de stigmatisering van mensen met een psychische aandoening maar vooral de stigmatisering van hun familieleden. Familieleden van mensen met een psychische aandoening worden bijvoorbeeld binnen onze gemeenschap nog regelmatig als onverantwoordelijk, incompetent, vreemd of erfelijk belast bestempeld. Ook krijgen zij nogal eens het verwijt dat het hun schuld is dat de aandoening is ontstaan of dat de patiënt maar niet beter wordt. Stigmatisering leidt er dan toe dat familieleden buitengesloten, vermeden of negatief benaderd worden. Dit kan bij hen gevoelens van eenzaamheid en zich in de steek gelaten voelen oproepen. Ook kunnen zij zich hierdoor, ook door professionals of bij instanties, niet serieus genomen voelen. Daarnaast is onderzocht hoe stigmatisering en de negatieve gevolgen van stigmatisering verminderd kunnen worden; een fors aantal acties liggen daarbij op het bordje van onszelf als maatschappij en bij de overheid, andere zaken liggen juist weer wel binnen de beïnvloedingsmogelijkheden van de betreffende familieleden en hun omgeving”.

Verder onderzoek moet uitwijzen of de bevindingen en aanbevelingen uit dit onderzoek ook toepasbaar zijn op andere gestigmatiseerde groepen, zoals mensen met HIV maar bijvoorbeeld ook op mensen die gestigmatiseerd worden vanwege hun ras, geloof of oorsprong. Van der Sanden: “Stigmatisering is naar mijn mening een maatschappelijk onaanvaardbaar en ook gevaarlijk proces, bij de excessieve uitwassen ervan hebben we in mei weer stilgestaan”.

Leave a Reply