vk opinie
Een collegevrij jaar voor 'actieve studenten'? Dat hangt er maar helemaal vanaf. Zelfs het organiseren van een zuipfestijn kan toch aardig wat inzicht opleveren in toegepaste logistiek. Maar niet alle bestuurswerk levert een student later sneller een baan op, onderzocht Jacob Jolij.
VVD en D66 hebben nogal wat losgemaakt met hun plan voor een collegegeldvrij jaar voor 'actieve studenten' (overigens is de langstudeerboete van Halbe Zijlstra de échte aanjager voor de recent discussie): alweer staat er een stukje in de Volkskrant over het wel een wee van de 'actieve student'. Ditmaal is het de ASVA die een aanval van een journalist en student communicatiewetenschappen pareert. Volgens journalist Léon bestaan de activiteiten van de 'actieve student' vooral uit zuipen en feesten, ASVA-voorzitster Eline dient van repliek met een welgemeend 'nietus!'.
Een soortgelijke discussie kun je lezen in de commentaren op dit soort stukken. Grofweg zijn reageerders óf van mening dat studenten niet moeten zeuren, en als ze hun hobby uit willen oefenen, ze dat maar vooral in hun eigen tijd moeten doen; ófwel men is van mening dat actieve studenten alle ruimte moeten krijgen om zich te ontplooien en zo vaardigheden te leren die van onschatbare waarde zijn op de arbeidsmarkt, maar die je niet in de collegebanken leert - bedrijven zouden vooral selecteren op wat je naast je studie hebt gedaan!
'Actief' en 'actief'
Het is jammer dat zowel de actieve studenten als hun opponenten er nogal een potje van maken waar het gaat om het aanvoeren van argumenten en feiten. Laten we om te beginnen eerst maar eens helder stellen dat je niet alle actieve studenten op een hoop kunt gooien. Grofweg zijn er drie manieren waarop je als student 'actief' kunt worden: ten eerste kun je je inzetten voor de medezeggenschap aan de universiteit, als lid van bijvoorbeeld een faculteitsraad of opleidingscommissie. Je praat dan mee over de organisatie en inrichting van onderwijs en leert zo veel over hoe het hoger onderwijs in elkaar zit. En - niet onbelangrijk - professionele vergadervaardigheden.
Ten tweede, studenten kunnen zich inzetten voor de studievereniging (niet te verwarren met een studentenvereniging). Een studievereniging is gelieerd aan een specifieke opleiding, en kan bijvoorbeeld de verkoop van studieboeken organiseren, of lezingen en congressen organiseren op het terrein van de opleiding. Leerzaam natuurlijk, want je steekt wat op van je vak, je leert mensen kennen in het werkveld, en je leert praktische organisatievaardigheden. Oh, en laten we de sociale activiteiten (borrels en feesten) niet vergeten, waarop studenten van een opleiding elkaar wat beter kunnen leren kennen.
Tenslotte zijn er de gezelligheidsverenigingen, zeg maar alle overige studentenverenigingen, niet direct gelieerd aan een opleiding of instituut, maar waar alle studenten met een specifieke interesse lid van kunnen worden. Ook die moeten bestuurd worden, maar deze taken zijn van een veel algemener karakter.
Voordeel op de arbeidsmarkt
Dat 'actief' worden leerzaam is, dat spreekt voor zich - je leert altijd wel wat. Zelfs het organiseren van een zuipfestijn kan toch aardig wat inzicht opleveren in toegepaste logistiek. Er wordt veelal stilzwijgend vanuit gegaan dat die ervaring je ook een voordeel oplevert op de arbeidsmarkt - de afgestudeerde met een mooi aantal bestuursactiviteiten op het CV zou toch zeker een voordeel genieten bij sollicitaties, is de gedachte.
Een aantal jaren geleden heeft een student van mij onderzoek gedaan onder een groot aantal afgestudeerde psychologen. Nu heeft de affaire-Stapel en de daarop volgende navelstaarderij (breed uigemeten in deze krant) het imago van mijn mooie vakgebied natuurlijk geen goed gedaan, maar het beroepsperspectief van psychologen is behoorlijk goed - in tegenstelling tot wat veel mensen denken is de opleiding psychologie zeker geen opleiding tot beroepswerkloze.
Echter, met bijna 6.000 psychologen-in-spé in de collegebanken is de competitie fors. Als voormalig actief-student vermoedde ik zelf dat we in de resultaten zouden terugzien dat 'actieve studenten' makkelijker aan de bak zouden komen.
Snel een baan vinden
Dat viel echter tegen. Uit de enorme berg gegevens viel maar een conclusie te trekken: de kans op het snel vinden van een baan werd uitsluitend voorspeld door het op tijd halen van je diploma met hoge cijfers. Als je daarnaast nog bestuurswerk hebt gedaan is dat nog een extra bonus. Omgekeerd werkt dat echter niet zo - wel bestuurswerk gedaan, maar niet op tijd afgestudeerd met een lijst met zesjes? Helaas - deze groep studenten deed er langer over een baan te vinden dan de snelle student zonder bestuurs-CV.
Wij waren verrast door deze uitkomst. Kennelijk wordt de waarde van extra-curriculaire activiteiten op zijn minst overschat. Op grond van deze resultaten zou je kunnen zeggen dat zelfontplooiing heel mooi is, maar dat je er beter mee kunt stoppen op het moment dat het je studie in de weg staat. Ik wil daar wel een kanttekening bij plaatsen: dit geldt uitsluitend voor de studie Psychologie. Veel afgestudeerden vinden hun baan niet via een groot (informeel) netwerk, maar studeren door, beginnen een eigen praktijk, of vinden een baan via het reguliere circuit. Beroepsgerelateerde vaardigheden en kennis (die je toch echt in de collegebanken leert) zijn dan van veel grotere waarde dan de vaardigheden die je opdoet door bestuurswerk.
Ik kan me voorstellen dat in andere sectoren het opbouwen van een netwerk via bestuurswerk van grote waarde is, en wel degelijk leidt tot een grotere kans op het vinden van een baan na je afstuderen, ongeacht studietempo en cijfers. Dat hebben we echter niet onderzocht, dus daar doe ik geen uitspraken over.
Een leuke hobby
Als ik daarnaast leg dat studenten die lid zijn van een van de grote gezelligheidsvereniging beduidend minder studiepunten per jaar halen (maar wel flink meer drinken) dan studenten die geen lid zijn, zou je toch haast denken dat de opleiding Psychologie aan de Universiteit van Amsterdam de plank niet zo ver missloeg door afgelopen september beginnende studenten heel kritisch na te laten denken over de vraag welke activiteiten ze naast hun studie wilden ontplooien. Puur op persoonlijke titel zou ik dan ook de beginnende psychologiestudent het volgende willen adviseren: zoek vooral een leuke hobby, onderscheid je door relevante ervaring (bijvoorbeeld vrijwilligerswerk), hou je verre van de grote studentenverenigingen, en bemoei je alleen met bestuurswerk als dat direct verband houdt met de opleiding (dus in de medezeggenschap of in een studievereniging), maar alleen als dat je studie niet in de weg staat. Daar kom je het verste mee.
Om nog even terug te komen op de vraag waar het allemaal om gaat, namelijk of studentenbestuurders een collegegeldvrij jaar moeten krijgen: mijn persoonlijke, diplomatieke antwoord is 'dat hangt er van af'. Goede medezeggenschap aan een universiteit kan niet zonder studenten, al is het alleen maar door de wettelijke bepaling dat studenten mee moeten praten. Voor studenten in de medezeggenschap is een collegegeldvrij jaar een must en volledig op zijn plaats. Studieverenigingen spelen een belangrijke rol bij een opleiding - ook daar zou ik zeggen dat een collegegeldvrij jaar goed te verdedigen is.
Met een collegegeldvrij jaar voor het besturen van een gezelligheidsvereniging heb ik dan weer meer moeite. Laten we dat vooral als hobby blijven zien, die studenten mooi in hun eigen tijd beoefenen.
Jacob Jolij (1979) is universitair docent Psychologie in Groningen en is zelf actief geweest in de studentenpolitiek tijdens zijn studie in Amsterdam. Dit stuk is geschreven op persoonlijke titel.