Eind 2001 begon een van de meest opmerkelijke onderzoeken uit de geschiedenis van de wetenschap. Een team wetenschappers van de universiteit van Hertfordshire ging toen onder leiding van professor psychologie Richard Wisemantoen op zoek naar de leukste grap ooit.
Het onderzoek werd een groot succes omdat meer dan 300.000 mensen deelnamen en in totaal ruim 40.000 grappen werden geëvalueerd. De grappen werden op een speciaal voor het onderzoek aangemaakte website geplaatst en konden aan de hand van vijf verschillende smiley's worden geëvalueerd, variërend van zuur kijkend tot onbedaarlijk schaterlachend.
Volgende grap kwam als winnaar uit de bus:
Twee jagers bevinden zich in een bos. Opeens valt één van hen op de grond. Zijn ogen rollen naar achteren, hij wordt lijkbleek en het lijkt erop dat hij niet meer ademt. De andere jager pakt als de bliksem zijn mobiele telefoon en belt de hulpdiensten. Met de krop in de keel zegt hij tegen de telefoniste: 'Mijn vriend is dood!! Wat kan ik doen?' De telefoniste blijft ijzig kalm. 'Rustig maar,' zegt ze. 'We moeten eerst zeker zijn dat hij dood is.' De telefoniste hoort een stilte aan de andere kant van de lijn, en dan volgt een schot. De man komt terug aan de telefoon en zegt: 'Oké, wat nu?'
Volgens de wetenschappers werd deze grap gekozen omdat ze voor brede lagen van de bevolking toegankelijk is, onafhankelijk van culturele, leeftijds- en genderfactoren.
Opmerkelijk: mensen uit Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Australië en Nieuw-Zeeland toonden een uitgesproken voorkeur voor grappen met woordspelingen.