ALPHEN AAN DEN RIJN - Het Gerechtshof heeft dinsdag in hoger beroep bepaald dat de Staat niet verplicht is de slachtoffers van het schietincident in Alphen aan den Rijn inzage te geven in een rapport over de geestelijke gezondheidstoestand van Tristan van der V. ten tijde van het schietincident.
Dit rapport heeft het Openbaar Ministerie laten uitbrengen door het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP). Het gerechtshof heeft daarmee de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter bekrachtigd.
Persoonlijk
Het gaat in deze zaak over de nasleep van het schietincident te Alphen aan den Rijn op 9 april 2011. Naar aanleiding van dit incident zijn meerdere onderzoeken verricht, waaronder een onderzoek uitgevoerd door het NIFP naar de geestelijke gezondheid van de dader, Tristan van der V., ten tijde van het schietincident. Het doel van dit laatste onderzoek was ‘verklaren’, ‘verwerken’ en ‘voorkomen’. De slachtoffers en nabestaanden hebben de beschikking gekregen over de rapporten van alle onderzoeken, behalve over het door het NIFP opgestelde rapport. De Staat wenst het NIFP-rapport niet aan hen te verstrekken, onder meer omdat dit rapport zeer persoonlijke en vertrouwelijke gegevens over Tristan en zijn ouders bevat.
Kort geding
De slachtoffers en nabestaanden stellen de Staat en de Politieregio Hollands Midden aansprakelijk voor de door hen als gevolg van het schietincident geleden schade. In verband met hun bewijspositie wensen zij inzage te krijgen in het NIFP-rapport. Zij hebben de Staat in kort geding gedagvaard om afgifte van dit rapport af te dwingen.
Wettelijke grondslag
Het gerechtshof heeft evenwel beslist dat de Staat niet verplicht is om het NIFP-rapport aan hen te verstrekken. Het hof is het niet met de slachtoffers en nabestaanden eens dat minister Opstelten zou hebben toegezegd dat dit rapport aan hen zou worden verstrekt. Ook is er volgens het hof geen wettelijke grondslag voor de eis van de slachtoffers.