Afkeer van spijt
Het gevoel van spijt komt vooral tot uiting wanneer in het verleden verkeerde beslissingen werden genomen. Om te voorkomen dat er in de toekomst aanleiding tot spijt zal bestaan, worden er dan voorzorgsmaatregelen genomen. De ene groep van beleggers stopt zijn geld in beleggingsfondsen, de andere groep koopt advies in bij beursgoeroes, waardoor zij hun verantwoordelijkheid kunnen afschuiven. Anderen gaan bij hun toekomstig beleggingsbeleid te omzichtig te werk.
Erkennen van nederlagen
Beleggers gaan verschillend met winst en verlies om. Het doel van beleggen is winst maken. Aandelen met verlies worden minder snel verkocht dan winstgevende posities. De verkoop van verliesposten geeft een wrange nasmaak en dwingt beleggers ertoe te erkennen dat ze fout zitten. In de hoop dat ze hun aankoopprijs terugkrijgen houden beleggers hun foute stukken vast, zelfs tegen beter weten in. Een slechte investering wordt ogenschijnlijk pas een slechte investering als men de stukken verkoopt.
Het te snel verkopen van winnende posities en het te lang aanhouden van verliezende posities staat bekend als het dispositie-effect, dat onder Aziaten aanzienlijk groter is dan bij Westerse beleggers. Bij Aziaten is dit factor 2,5. Bij Westerlingen factor 1,5. Dit betekent dat wij winstgevende posities anderhalf keer sneller liquideren dan verliesgevende.
Foutief interpreteren
De extrapolatie van feiten is verleidelijk, maar we kunnen hiermee behoorlijk de mist ingaan. Wat is het beroep van een intelligente jonge man die graag boeken leest: autoverkoper of bibliothecaris? De combinatie van boeken en intelligent verleidt ertoe om de vraag met bibliothecaris te beantwoorden, doch statistisch gezien zijn er meer automobielbedrijven dan openbare bibliotheken.
Kuddegedrag
De mens wordt beïnvloed door zijn sociale omgeving. Hoewel niemand ertoe gedwongen wordt, respecteert elk individu (on)geschreven groepsnormen. En zoals overal is de financiële industrie niet vrij van groepsgedrag en modeverschijnselen. Vooral bij een beurscrisis treedt het kuddegedrag op de voorgrond.
In tegenstelling tot de algemene opvatting panikeren professionele beleggers eerder dan particulieren. Amerikaanse fondsbeheerders opereren massaal aan de verkoopkant zodra de beurs twee procent daalt en omgekeerd. Een bewijs van kuddegedrag.
Maar ook analisten kunnen er wat van. Winsttaxaties zijn nooit ver van elkaar verwijderd. Bovendien, als één schaap over de dam is, stellen de overige analisten soms zelfs tegen beter weten in hun taxaties bij.
Selectieve waarneming
Beleggers zien alleen wat ze willen zien. In de psychologie heet dit verschijnsel selectieve perceptie. Alleen zien wat we willen zien, maakt dat wij moeilijk door barrières heen kunnen denken en beperkt ons vermogen vooruit te kijken.
De drang om slecht nieuws te negeren, kan heel sterk zijn. De mens speurt en absorbeert berichten die zijn opinie ondersteunen en sluit zijn ogen en oren voor informatie die tegen zijn eigen mening indruist.
Wanneer beleggers eenmaal een positie hebben ingenomen, gaan zij op zoek naar bevestiging. Niet naar ontkenning van vermoedens of overtuigingen. Openstaande posities worden zelden op een objectieve wijze onder de loep genomen. De drang naar bevestiging zit diep in onze hersenen geworteld.
Ongeduldig zijn
Het fenomeen ADHD, attention deficit hyperactivity disorder, bestaat ook op de financiële markten. Vermogensbeheerders worden almaar kortzichtiger. Ze worden steeds meer geconfronteerd met het kortermijndenken van hun clientèle. Niet alleen willen die de stand en gang van zaken frequenter controleren, zij verwachten van hen ook een actief gevoerd beleggingsbeleid.
John Bogle van het legendarische Vanguard weet dat bij Amerikaanse beleggingsfondsen de gemiddelde aanhoudperiode korter is dan vier jaar. In de jaren zestig was dat ruim 18 jaar! Het beeld onder particuliere beleggers is soortgelijk. Medio jaren vijftig hielden zij hun aandelen ongeveer acht jaar vast, nu minder dan een jaar.
De reductie van de gemiddelde aanhoudperiode is niet louter het gevolg van de aanzwellende populariteit van hefboomfondsen, onze samenleving draait simpelweg sneller. We willen meer doen en dat in minder tijd.
Overreactie
Het is menseigen om te overdrijven. Onze taal staat bol van superlatieven. De mens heeft eveneens de neiging om te sterk te reageren op recente informatie.
Ook is het maar aan weinigen gegeven de toekomst voorspellen, waardoor de laatst beschikbare informatie vooral bij ernstige gebeurtenissen het enige houvast biedt van wat er gaande is en van wat er eventueel nog op handen zou kunnen zijn.
Beleggers leunen hierdoor te zwaar op recente informatie. Doordat zij overreageren, stijgen aandelen te sterk bij onverwacht positief nieuws en andersom. Na enige tijd bewegen de koersen zich in tegengestelde richting van het gemiddelde.
Vooral bij onverwachte koersdalingen neigen beleggers tot overreactie. In hun zoektocht naar een verklaring waarom het sentiment omgeslagen is, hechten zij te veel waarde aan de laatste nieuwsfeiten. Bij gebrek aan meer gegevens en nieuwe informatie wordt deze naar de toekomst geëxtrapoleerd, wat vervolgdalingen uitlokt.
Verankering
Oude referentiepunten nestelen zich in uw hoofd. Het menselijke brein beoordeelt aandelen ten aanzien van een referentiekoers. Of het nu de aankoopprijs betreft of de koers waarop het aandeel u werd aanbevolen, doet er niet toe. Het is een getal dat zich in uw hoofd nestelt en op basis hiervan beoordeelt uw brein of het aandeel duur of goedkoop is.
Een markt waar ankerpunten prominent aanwezig zijn, is de huizenmarkt. De vraagprijs is direct gerelateerd aan de toenmalige koopprijs. Als u uw huis wilt verkopen, dan is ongeveer de eerste vraag van de taxateur-makelaar: Hoeveel heeft u indertijd ervoor betaald en hoeveel denkt u dat het momenteel waard is? Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat een huis waar de verkopende partij denkt aan een 25 procent hogere vraagprijs de meeste makelaars dat huis ook met ongeveer de helft (13 procent) hoger taxeren. Maar ook vrijwel altijd onder de gevraagde vraagprijs. Naar eigen zeggen, lieten de taxateur-makelaars zich niet leiden door de vraagprijs.
Zelfoverschatting
Vaak denken beleggers dat hun kennis superieur is, of hun kunnen bovengemiddeld groot. Wie is er immers niet van overtuigd dat hij uitblinkt in een bepaald gebied? Wie ziet zichzelf niet als een goede autobestuurder?
Beleggers die frequent handelen denken dat zij slimmer zijn dan de rest. Waarom zouden zij anders hun transactiekosten verhogen als het rendement van een weloverwogen passieve strategie vaak de performance van actief beheerde beleggingsportefeuilles overtreft?
Maar als de beurs rationeel is, wie koopt dan de aandelen die door anderen worden gedumpt?Onderzoek heeft ook aangetoond dat vrouwen beter beleggen. Niet omdat zij beter kunnen voorspellen, mannen zijn minder geduldig en zichzelf overschatten.
Tot slot
Succesvol beleggen heeft niets te maken met intelligentie, stelt Thomas Gilovoch, hoogleraar aan de Cornell Universiteit in New York, in zijn boek Why smart people make big money mistakes. Goede beleggers zoeken niet naar uitvluchten. Verliezers wel. Vaak wijten verliezers hun falen aan pech. Een persoonlijke fout kan, maar enkel en alleen als zeker weten dat zij zo’n fout nooit meer zullen maken.
De mens vertoont in vergelijkbare situaties een voorspelbaar gedrag en de inzichten uit de gedragseconomie zijn geenszins voorbehouden aan professionele partijen. Ook particulieren kunnen hieruit de nodige lessen trekken.
Zonder discipline is zelfs de beste beleggingsstrategie gedoemd tot falen. Ook al maakt een nerveuze markt het vasthouden aan een gekozen strategie erg moeilijk. Laat uw emoties het rendement niet in de weg staan.
Optiebelegger?
Maak nu 14 dagen gratis kennis met de DFT Beleggers Tools
Open all references in tabs: [1 - 5]