Met ingang van mei gelden in de ziekenhuiszorg nieuwe DBC-tarieven voor onder meer klinische kindergeneeskunde, cardiochirurgie en neurochirurgie. Daarnaast heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) nieuwe zorgproducten vastgesteld voor enkele vormen van eerstelijnszorg zoals psychologie.
De aanpassingen in de tarieven betreffen vooral topreferente zorg als cardiochirurgie. De DBC-tarieven zijn, op verzoek van veldpartijen, gewijzigd op basis van aanvullende informatie over de kostprijzen van onder meer dure hulpmiddelen. Ziekenhuizen die deze zorg leveren hebben nu extra ruimte hierover afspraken te maken met verzekeraars. Ook zijn er enkele verbeteringen doorgevoerd in de honorariumtarieven, zoals voor klinische geriatrie. Verder zijn er producten vastgesteld voor zorg die eerder niet declarabel was, de zogenoemde onterechte uitval.
De NZa heeft daarnaast aparte tarieven vastgesteld voor prestaties op het gebied van fysiotherapie en eerste lijnspsychologie. Deze worden zowel door ziekenhuizen als in de eerste lijn verleend, maar waren in ziekenhuizen nog niet allemaal apart declarabel. Door aparte prestaties toe te voegen kunnen verzekeraars die zorg in de eerste lijn en ziekenhuizen beter vergelijken en gericht inkopen.
De aangepaste zorgproducten en tarieven die DBC-Onderhoud heeft opgesteld binnen de kaders van de NZa gaan in per 1 mei. Zij hebben zoals gebruikelijk geen terugwerkende kracht, aangezien verzekeraars en ziekenhuizen al onderhandelen over bestaande prestaties. Voor ziekenhuizen geldt in 2012 een overgangsmodel, waarin de gevolgen van diverse systeemwijzigingen in de medisch specialistische zorg voor 95% worden gedempt.
bron: NZa