<!--
-->
Ap Dijksterhuis zit ontspannen op de rode bank in zijn woonkamer in Nijmegen. De hoogleraar psychologie aan de Radboud Universiteit nam een paar jaar geleden een sabbatical. Hij had een succesvol boek geschreven, Het slimme onbewuste, en wilde even geen gericht plan, geen deadlines. Lezen wilde hij en hij kwam daarbij steeds uit bij boeken over geluk. Want daarover is nogal wat bekend, over hoe we gelukkig kunnen worden, vanuit de psychologie, de neurowetenschap, de sociologie en de economie. De boeken die erover verschijnen, zijn ofwel heel Amerikaans en modern ofwel eenzijdig geschreven vanuit de Oosterse filosofie. Dijksterhuis integreert in zijn nieuwe boek Op naar geluk de wetenschap en Westerse en Oosterse filosofie.
Eerst maar even: wat is geluk?
„Wat we allemaal het liefst willen. Levensvoldoening in een niet-tijdelijke, prettige gemoedstoestand. Verwar het niet met genot, dat is tijdelijk. Je kunt genieten van een glas wijn en een zonsondergang, maar dat vervliegt weer.”
En, is het maakbaar?
„Deels. Geluk is in elk geval geen ongrijpbare emotie die je overkomt. Volgens wetenschappelijk onderzoek wordt ons geluk voor 40 procent bepaald door genen en voor 10 procent door omstandigheden. De andere 50 procent hebben we zelf in de hand. Dat geldt niet voor oorlogssituaties of andere grote ellende. Maar over het algemeen genomen klopt het. Hoe we omgaan met emoties, hoe we onze tijd besteden, in hoeverre we bestand zijn tegen verlokkingen; dat heeft allemaal invloed.”
We weten niet wat ons gelukkig maakt, schrijft u.
„We jagen vaak het verkeerde na. We gedragen ons alsof geld ons gelukkig zal maken, maar dat is bijna nooit zo. We weten uit onderzoek dat, vanaf een bepaalde basis, een hoger inkomen mensen niet gelukkiger maakt en een grotere, nieuwe auto ook niet. Het geldt ook voor kleine beslissingen. Een avond voor de buis hangen maakt mensen niet gelukkig. Terwijl we aan het eind van een lange dag vaak denken van wel.”
Helpt het om van jezelf te weten wat je gelukkig maakt?
„Zeker. Socrates en andere oude Grieken zeiden al dat wijsheid ontwikkelen leidt tot een beter leven. Weten wat je gelukkig maakt, wat juist niet, voor welke negatieve emoties je het vatbaarst bent en waarom. Begrijpen dat ervaringen gelukkiger maken dan spullen. Dat helpt allemaal.”
Maar niet ten onder gaan aan zelfreflectie...
„Precies, je moet jezelf ook weer niet te belangrijk maken. Op een kussen voor de spiegel plaatsnemen en over jezelf nadenken is niet zo nuttig. Het moet geen obsessie worden, je kunt beter gelukkig worden door jezelf duwtjes in de juiste richting te geven. Probeer hobby's uit, wat vind je écht leuk? Een actieve, zinvolle, sociale hobby maakt veel mensen gelukkig, maar wat precies, daar kun je het beste zelf achter komen. Actieve zelfreflectie helpt.”
Dan gaat de bel. Een vriendelijke Jehova-getuige wil met Dijksterhuis in gesprek over zijn geloof. Hij wimpelt hem even vriendelijk af.
Maakt religie gelukkig?
„Soms. Volgens onderzoek helpt het mensen in landen waar levensomstandigheden zwaarder zijn dan hier. Maar dan moeten ze diep geloven en niet uit sociale druk meedoen. En ze moeten kunnen delen met anderen. In rijke landen hangt geloven niet samen met geluk.”
U zou willen dat de overheid meer zou doen om ons gelukkig te maken.
„Ja, mensen willen gelukkig zijn, dat is ons hoogste doel. De overheid zou zich daarom tot doel moeten stellen om mensen gelukkig te maken. Niet alleen maar denken aan de economie. Het idee dat als je mensen maar meer geld geeft, ze vanzelf gelukkiger worden, is achterhaald en ouderwets. En het kan ook, een beleid gericht op geluk is haalbaar. Het is zelfs wenselijk vanuit economisch oogpunt, want als geluk stijgt, groeit de economie mee. Gelukkige mensen werken harder, zijn gezonder, minder vaak ziek en werken beter samen.”
Geluk trekt geluk aan, stelt u.
„Ja. Gelukkige mensen hebben een sterker immuunsysteem, ze hebben meer sociale contacten, ze zijn ook vaker getrouwd. Dat is niet omdat je gelukkig wordt van trouwen, maar omdat gelukkige mensen eerder die stap zetten en gemakkelijker een partner vinden.”
U pleit in uw boek voor geluksles op school.
„Ik zou willen dat geluk een grotere rol zou spelen in ons onderwijs. Er bestaan al projecten waarbij 8- en 9-jarigen leren met hun eigen emoties om te gaan en emoties te herkennen in anderen. Tieners zouden kunnen leren over geld en de rol ervan in hun leven. Ik ga een gelukscursus aan de Radboud Universiteit geven. Geluk kun je leren en het is een gemiste kans dat we nog zo weinig met die kennis doen. Het is ook wel een beetje mijn missie, ik wil mensen inspireren om gelukkiger te worden.”
Bent u niet bang te ‘tjakka, geluk is een keuze' over te komen?
Dijksterhuis glimlacht. „Dit is geen achtstappenplan naar geluk. Als je jezelf een twee geeft op een geluksschaal van tien, dan gaat mijn boek daar geen zeven van maken. Maar als je jezelf een zes geeft, dan misschien wel. Ik zie het als een soort fruitmand, er staat veel in waar je wat mee kunt, maar als iets niet op jou van toepassing is, dan laat je dat liggen. Het is in de eerste plaats een populair wetenschappelijk boek, maar omdat er nu eenmaal zoveel concreet onderzoek is gedaan, staan er ook tips in.”
En hoe was het om jarenlang over geluk te lezen?
„Het is een dankbaar onderwerp. Ik deel mijn tijd beter in, ik ben me beter bewust van mijn emoties, ik heb veel geleerd over mindfulness en ik kan gemakkelijker relativeren. Het onderwerp heeft me gelukkiger gemaakt. Ja.”
Gepubliceerd op: 23.09.15 07:00