Psychologie is geen neutrale wetenschap, vindt dr. Eric L. Johnson. Hoe je naar mensen kijkt, en hoe je mensen verbeteren wilt – dat heeft alles te maken met je levensbeschouwing, je geloof, je wereldbeeld. Hij pleit daarom voor de ontwikkeling van een christelijke psychologie.
Johnson noemt zichzelf een kuyperiaan, met enige trots. En jawel, de invloed van Abraham Kuyper is goed zichtbaar in zijn streven om theologie en psychologie met elkaar in verband te brengen, zijn verlangen om het beste wat de seculiere wetenschap te bieden heeft te gebruiken om een eigen christelijke visie te ontwerpen. Maar van christelijke zuilvorming houdt hij niet: christelijke psychologen moeten wat hem betreft juist in gesprek gaan met andersdenkende menswetenschappers. Het is de bedoeling dat het christelijke geluid niet opgesloten blijft in eigen kring, maar op de algemene marktplaats gehoord wordt.
Toch kan hij zich ook, helemaal in de geest van Augustinus en Kuyper (die hij in één adem noemt), voorstellen dat christenen hun eigen psychotherapeutische gemeenschap hebben, met eigen, unieke regels, eigen onderzoek en eigen therapeutische praktijken, opkomend uit een christelijk wereldbeeld. „Dat is geredeneerd vanuit de antithese tussen de stad van God en de stad van de wereld. Christenen nemen hun uitgangspunt in de Schrift en de christelijke traditie, en denken daardoor fundamenteel anders over de mens dan niet-christenen.”
Maakt het iets uit of je, als je hulp nodig hebt, naar een christelijke of een seculiere hulpverlener gaat?
„Er zijn veel terreinen in de psychologie waar je wereldbeschouwing niet zo veel verschil maakt (denk aan neuropsychologie, of ontwikkelingsprocessen). Maar als het gaat over persoonlijkheid, psychotherapie, religie en spiritualiteit (gebieden waar de Bijbel en de christelijke traditie veel over te zeggen hebben) maakt het heel veel uit.”
Sommige christenen zijn een beetje bang voor therapie, omdat ze denken dat hun kijk op het leven daardoor zal veranderen. Terecht?
„Dat hangt ervan af hoe goed ze geworteld zijn in het christelijke geloof en het christelijke denken. Persoonlijk heb ik alleen maar voordeel gehad van mijn gesprekken met een seculiere therapeut. Maar ik beschik over de nodige kennis en ben bovendien overtuigd van het christelijke geloof, daardoor loop ik wellicht wat minder risico om misleid te worden door seculiere vooronderstellingen.
In het algemeen zou ik christenen aanraden om een christelijke therapeut te zoeken, iemand die op Christus geconcentreerd is. Dan deel je als hulpvrager en hulpverlener een gezamenlijk uitgangspunt, je hebt ten diepste dezelfde waarden, en dat is eenvoudiger. Die gedachte wordt trouwens ondersteund door hedendaags onderzoek, waaruit blijkt dat een therapie positiever uitwerkt naarmate er meer sprake is van gedeelde waarden en normen.”
In uw boek ”Psychology Christianity” onderscheidt u verschillende manieren waarop christenen omgaan met het onderwerp ”geloof en psychologie”.
„Aan de ene kant heb je christenen die hun christelijke overtuiging (en soms ook hun christelijke waarden) helemaal buiten de psychologie en buiten hun werk proberen te houden. Ze houden zich gewoon aan de regels van de moderne, seculiere psychologie, die vandaag toonaangevend zijn. Aan de andere kant zijn er christenen die alle eigentijdse psychologie verwerpen. Zij houden zich uitsluitend aan de Bijbel, ook als het gaat om hulpverlening.
Tussen die twee uitersten bevinden zich de christenen die een eigen psychologie proberen te ontwikkelen. Hun uitgangspunt is een christelijke visie op de mens en op de genezing van mensen. Zij proberen zich niet te laten inperken door de regels van de hedendaagse psychologie, die bijvoorbeeld voorschrijven dat er geen ruimte is voor God of voor het bovennatuurlijke. Tegelijkertijd lezen ze wél alle mogelijke boeken over moderne, seculiere psychologie en willen ze zo veel mogelijk leren van al het goede onderzoek van niet-christelijke wetenschappers. Dat is de benadering waar ik de voorkeur aan geef.”
Als u pleit voor de ontwikkeling van een ”christelijke psychologie”, wat houdt dat dan precies in?
„Christelijke psychologie heeft wat mij betreft twee speerpunten. Eén: het ontwikkelen van een psychologie en psychotherapie voor de christelijke gemeenschap (de stad van God). En twee: waar en wanneer dat maar mogelijk is goed samenwerken met andere psychologen (de stad van de mensheid). Dat vraagt dat je je aanpast aan de moderne, seculiere regels die op dit terrein gelden terwijl je toch je eigen bijdrage probeert te leveren. Samenwerken met andere christenen kan daarbij helpen. Zo kan er veel goeds ontstaan in de publieke gezondheidszorg en aan de algemene universiteiten.
Misschien komt er een dag dat menswetenschappers zullen erkennen dat ze veel pluralistischer zouden moeten zijn. De menswetenschappen worden nu eenmaal onvermijdelijk bepaald door het wereldbeeld dat je hebt en de vooronderstellingen die daarbij horen. In de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd waren het de christenen die de regels bepaalden. De kaders zijn sindsdien veranderd, en vandaag gelden er naturalistische en humanistische regels. Maar beide regimes sluiten elkaar niet uit, ze kunnen naast elkaar bestaan binnen een groter kader dat ruimte biedt voor gesprek tussen de verschillende wereldbeelden.”
Wat zijn volgens u de voornaamste verschillen tussen een christelijk en een niet-christelijk wereldbeeld?
„Een christelijk en een seculier wereldbeeld hebben om te beginnen veel overeenkomsten. Allebei gaan ze uit van een stoffelijk universum, waarin wij leven en waarvan wij deel uitmaken. Zodoende kunnen christenen en niet-christenen heel zinvol met elkaar praten over alles wat ze allebei erkennen als waardevol: natuur, cultuur, kunst, geneeskunde, sport, noem maar op.
Maar er zijn ook grote verschillen. Christenen zien de schepping anders dan anderen, omdat ze geloven dat God de Schepper van alle dingen is, Die nog altijd doorwerkt in het voortbestaan en de ontwikkeling ervan. Christenen geloven bovendien dat God morele en geestelijke waarden en normen in de Bijbel heeft geopenbaard, die doorgegeven en ontwikkeld zijn binnen de christelijke traditie. Dat zorgt ervoor dat christenen heel veel dingen van het leven anders zien dan hun seculiere medemensen.”
Kunt u daarvan een paar voorbeelden geven?
„Christenen kunnen best meegaan met theorieën over de invloed van erfelijkheid en opvoeding en sociale omstandigheden als verklaring voor alles wat er misgaat in het leven. Maar uiteindelijk geloven zij óók dat mensen ten diepste van God en de naaste vervreemd zijn door de zonde.
Een gezond en florerend mens is wat hen betreft niet iemand die allereerst zichzelf tot bloei wil brengen, maar juist iemand die in gemeenschap met God en uit liefde voor God en de naaste wil leven. Christenen geloven in de noodzaak van Gods genade, in Christus. Alleen door die genade kunnen Zijn plannen en bedoelingen voor mensenlevens gerealiseerd worden.
Zo’n wereldbeschouwing, totaal anders dan de heersende opvattingen, heeft veel invloed op de praktijk van het alledaagse leven. Je wereldbeeld bepaalt wat je goed en fout vindt, gezond en ongezond. Wat is bijvoorbeeld een gezond huwelijk, en een gezond gezin, en wat is goede seksualiteit? Hoe zie je de menselijke waardigheid, en hoe ga je van daaruit om met de machtelozen: de ongeborenen, de ouderen, de armen, de mentaal kwetsbaren? Een christen geeft op zulke vragen vaak andere antwoorden dan een niet-christen.”
Denkt u dat psychologie in onze maatschappij de plaats van religie heeft ingenomen?
„Seculiere psychologie heeft wel een aantal trekken van religie. Psychologie biedt in onze samenleving een soort algemeen inzicht in wat er mis is met mensen, en hoe je aan het herstel daarvan kunt werken. In die zin vervult de psychologie bepaalde functies die we in het verleden religieus genoemd zouden hebben. Als kader voor de zielszorg heeft de psychologie in het Westen inderdaad de joods-christelijke religie vervangen. Maar dat betekent niet dat we een terugkeer naar de middeleeuwen moeten bepleiten, toen het christendom met geweld iedereen werd opgedrongen – God wil geen gedwongen bekeringen, en wij zouden dat ook niet moeten willen.”
Op welke manier kan de stem van de christelijke psychologie in onze maatschappij gehoord worden?
„Christenen zullen nieuwe en overtuigende manieren moeten vinden om te tonen hoe voortreffelijk hun verklaring van het menselijke leven is. Tegelijkertijd zullen ze ook heel praktisch moeten laten zien wat Christus’ liefde voor mensen in de marge van het bestaan betekent. Dat alles zal gebeuren in een steeds pluralistischer samenleving – een beetje zoals op de Areopagus in Athene, in de tijd van Paulus.”
www.rd.nl/chrpsychologie voor een uitvoeriger versie van dit artikel.
Dr. Eric L. Johnson
Eric L. Johnson (1956) studeerde theologie en psychologie aan Toronto Baptist Seminary en Calvin College en behaalde in 1992 zijn doctorsgraad in de ontwikkelingspsychologie aan Michigan State University. Hij is hoogleraar pastorale theologie aan het Southern Baptist Theological Seminary in Louisville, Kentucky, en directeur van de Society for Christian Psychology. Hij is redacteur van het Journal of Psychology Theology, en schreef ook zelf talrijke artikelen over het onderwerp. Als medesamensteller van het overzichtsboek ”Psychology Christianity: Five Views” (2000, herziene versie 2010) geeft hij vijf modellen om de verhouding tussen psychologie en christelijk geloof te duiden. Zelf kiest hij voor het model van de ”christelijke psychologie”, dat hij uitlegt in zijn boek ”Foundations for Soul Care” (2007).