Gisterenavond heeft de Algemene Vergadering van de Belgische Federatie van Psychologen beslist om zijn “commissie ethiek en deontologie” grondig te hervormen. De federatie beschikte reeds over een eigen deontologische code en een commissie waar leden en patiënten bij terecht konden voor advies en eventuele klachten, maar deze commissie had geen bevoegdheid om maatregelen te nemen tegen psychologen die over de schreef gingen. Dit verandert nu echter.
“De leden van de federatie hebben beslist om de bevoegdheden van de commissie ethiek en deontologie gevoelig uit te breiden,” legt Koen Lowet, sectorverantwoordelijke klinische psychologie uit: “De commissie krijgt nu ook de bevoegdheid om deontologische klachten van patiënten tegenover psychologen te onderzoeken en eventueel maatregelen te nemen, wanneer die psycholoog effectief fouten zou hebben begaan tegenover de ethische code. De maatregelen die de commissie zal kunnen nemen omvatten onder meer een verwittiging, verplichte bijscholing of supervisie voor de psycholoog tot zelfs definitieve uitsluiting uit de vereniging.”
De aanleiding tot deze hervorming waren de recente negatieve berichtgeving over hulpverleners in de geestelijke gezondheid en het ontbreken van een krachtdadig antwoord van het beleid. Hoewel minister Onkelinx deze week nog in De Standaard verkondigde dat ze tegen mei een initiatief wil nemen rond de psychotherapie, is de klinisch psycholoog nog steeds niet wettelijk erkend is als gezondheidszorgberoep. Bijgevolg is er dus geen “orde van klinisch psychologen”. Toch blijven de psychologen niet bij de pakken zitten. “We waren reeds bezig, samen met de Psychologencommissie en diens voogdijminister Laruelle, om de titelbescherming van psycholoog te koppelen aan de deontologische code. Toch zal dit werk nog heel wat tijd vragen en in afwachting hiervan nemen we dus zelf stappen. En wachten tot de politiek de klinisch psycholoog erkent, tja, daar wachten we nu al zes legislaturen op.” Zucht Lowet. “De patiënt verdient beter.
Indien de politiek blijft aarzelen, moeten we zelf stappen ondernemen in het belang van de patiënt. Het feit dat de leden zelf kiezen om zich te onderwerpen aan deze commissie, toont hun professionaliteit en het belang wat ze hechten aan deontologisch correct handelen,” aldus Lowet. De federatie wil daarbij ook lessen trekken uit problemen met andere, gelijkaardige initiatieven. “Een grote kritiek die er wordt geuit op vb. de orde van geneesheren is het gebrek aan transparantie op hun procedures en wat er uiteindelijk mee gedaan wordt. Bij ons zal dat veel transparanter kunnen. De federatie zal op haar website een rubriek openen waarbij de beslissingen van de commissie op geanonimiseerde wijze kenbaar gemaakt worden. Op die manier zal het publiek rechtstreeks zicht krijgen op wat er gebeurt met de klachten en hoe hier deontologisch mee omgegaan wordt. Dit is geen nieuw systeem, we volgen daarbij het voorbeeld van onze Nederlandse collega’s van het Nederlands Instituut van Psychologen ” Legt Koen Lowet verder uit.
Toch blijven er ook beperkingen aan dit systeem. De Belgische Federatie van Psychologen is een belangenvereniging met het statuut van een vzw. Er is geen wettelijke verplichting om je aan te sluiten bij de vereniging. Hoe zit het dan met psychologen die niet zijn aangesloten bij de federatie? “Zolang er inderdaad geen wettelijke erkenning is, is deze deontologie enkel afdwingbaar voor psychologen die zich lid maken van de federatie. We kunnen enkel hopen dat werkgevers hun psychologen zoveel mogelijk zullen stimuleren en faciliteren om zich aan te sluiten bij de federatie teneinde hun deontologie op te kunnen volgen. Individuele patiënten die op consultatie gaan bij vrij gevestigde psychologen kunnen steeds via de website van de federatie nagaan of de psycholoog in kwestie aangesloten is of niet. Dat laatste is erg belangrijk, want klachten tegenover niet – leden kunnen helaas niet behandeld worden.” Zegt Lowet tenslotte. De Belgische Federatie van Psychologen hoopt hiermee een antwoord te kunnen bieden op een groeiende vraag van patiënten en het algemene publiek en hoopt dat de overheid op termijn hierin haar verantwoordelijkheid zal nemen. De bedoeling is immers dat een wettelijk orgaan op termijn de taken van de commissie ethiek zal overnemen.