"An appeaser is one who feeds the crocodile, hoping it will eat him last," zei Winston Churchill ooit.
Op 23 februari 2014 ontvluchtte Janoekovitsj, president van Oekraïne, na weken van gewelddadige protesten zijn land. Hij was lange tijd een communist en altijd pro-Russisch. Na zijn vertrek besloot het parlement dat er op 25 mei nieuwe presidentsverkiezingen zouden plaatsvinden. Vervolgens trokken op 28 februari Russische troepen de grens over. Op twee vliegvelden en bij de staatsomroep werden Russische militairen gesignaleerd. Mariniers evenals troepen van de speciale eenheid zouden inmiddels aanwezig zijn. Op een infanteriebasis op de Krim werden Oekraïense soldaten gedwongen hun wapens af te geven.
Naar Westerse maatstaven gemeten is het bewind van Poetin niet bepaald democratisch. Toch toont hij zich in staat, bijvoorbeeld bij het Russische optreden nu in Oekraïne, een vuist te maken en voortvarend te opereren. Europese staten zijn enerzijds op de hand van de demonstranten die verlangen naar een soeverein Oekraïne. Anderzijds aarzelt men om Poetin de wacht aan te zetten. Het is waar dat, om tot een diplomatieke oplossing te komen, men de Russische belangen in de Krim zal moeten erkennen. Tegelijkertijd is het zo dat, mochten Westerse mogendheden helemaal niets doen, zij daarmee het signaal afgeven dat naties die zich op Westerse politieke waarden oriënteren er uiteindelijk alleen voor staan.
De confrontatie met Rusland maakt duidelijk hoe democratische processen een krachtig optreden naar de buitenwereld saboteren. De tsunami in Japan maakte in Duitsland bijvoorbeeld een golf van verontwaardiging los over kernenergie. Met als gevolg dat de overheid alle kerncentrales op slot gooide en men van Russische fossiele brandstoffen afhankelijk werd. Dat werkt nu in het nadeel van Europa. Als er boycots tegen Rusland komen zal bijvoorbeeld de Nederlandse voedselexport daar onder lijden. Dit kan een rem zetten op de economische groei. Met als gevolg dat de burger pijn in de portemonnee zal voelen, leidend tot onvrede over het beleid. Een afrekening tijdens de verkiezingen volgt. Wegens deze populariteitsfactor zijn Westerse staten terughoudend om Poetin sancties op te leggen.
Het is waar dat Rusland zwaar zal lijden onder een economische boycot door Europese staten. Zo zullen de inkomsten uit de brandstofbronnen teruglopen. Grote groepen mensen zouden kunnen terugvallen in de armoede. Luxeproducten worden schaarser en duurder – dit zal de trouwste vrienden van Poetin hard raken. Poetin beheerst in zijn land echter de media en de beeldvorming rondom het landsbelang. Als er een Rus sterft van de honger, dan zal die persoon in zijn ogen tenminste verhongeren voor Moeder Rusland. Zijn aanhangers verwachten van hem dat hij zich als harde leider opstelt, en minder als man van het compromis.
In Europa is de situatie anders. De Europese staten zijn verlamd door een post Tweede Wereldoorlog complex. Ze hebben zich tegen de waarden van krachtig leiderschap gekeerd, tegen het stellen van strikte grenzen en onwrikbare voorwaarden, tegen het vervolgens optreden tegen wie die grenzen overschrijdt. Als gevolg hiervan schat Poetin dat de Europese honden zullen blaffen, maar niet zullen bijten. Zijn inschatting is dat de Europese landen de economische risico’s – de risico’s voor hun welvaart – als te groot zullen beoordelen. De Europese landen lijken niet tot een eensgezind optreden in staat en voelen zich te zwak om een confrontatie met Rusland aan te gaan.
De ijzeren wet van de geschiedenis dicteert dat grootmachten zich oftewel uitbreiden, oftewel hun krachten consolideren en hun waarden dieper verinnerlijken, of de weg inslaan naar een geleidelijk verval. Dit proces zult u weerspiegeld zien in de mening van de gemiddelde Europeaan. Vraag hen concreet naar de situatie die momenteel in Oekraïne voorligt, en u zult een antwoord horen als het volgende: "Oekraïne is een soeverein land. Dat het Russische leger daar nu binnentrekt, is verwerpelijk. Maar we kunnen natuurlijk geen conflict riskeren. Alleen onverantwoordelijke nationalisten zouden een conflict aangaan om hun geopolitieke invloed af te bakenen."
"Alleen krankzinnige leiders zoals de dictators uit de twintigste eeuw zouden een conflict riskeren wegens de geopolitieke invloedssfeer van een mogendheid." Poetin rekent op die basishouding van de gemiddelde Europeaan, wiens waarden inmiddels de zachte waarden van het eindeloze bemiddelen zijn. Ondertussen marcheert Rusland nu een land binnen dat formeel soeverein is. Onder het mom van "wij zullen de lokale Russische inwoners beschermen tegen de Oekraïense coupplegers".
Als men dit accepteert wordt een precedent geschapen. Hoe meer ruimte het Russische leger krijgt, hoe meer prestige er op het spel zal staan op het moment dat overige mogendheden besluiten tot ingrijpen. En dus zullen de Russen dan ook meer gemotiveerd zijn om te behouden wat zij hebben bemachtigd. De geschiedenis staaft dit. Zou er ooit een Tweede Wereldoorlog uitgebroken zijn als de Entente-mogendheden Duitsland al bij de bezetting van het Rijnland en van het Sudetenland hadden gestopt? In het Boedapest Memorandum van 1994 staat zelfs dat Rusland, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk de territoriale integriteit van Oekraïne zullen verdedigen.
Al het voorgaande wijst er op dat het Oekraïne-conflict in de kern nooit om legitimiteit of soevereiniteit draaide. De verklaringen en verdragen van de betrokken partijen zijn bijkomstigheden, epifenomenen van de geopolitieke machtsverhoudingen. Grote vissen eten kleine vissen, schreef Spinoza in zijn verhandelingen over internationale politiek, en Rusland weet dat het een grotere vis is. Poetin weet dat hij er mee weg kan komen. De teloorgang van de Sovjet-Unie noemde hij de grootste geopolitieke catastrofe van de twintigste eeuw. Het Russische leiderschap is vastbesloten de macht en het prestige van Rusland te herbouwen. De enige kracht die deze expansie kan afremmen met hoop op succes, is een vastberadenheid van gelijk gewicht.