In de helft van alle psychologische studies die in vakbladen verschijnen, zit minstens één foutje. Vaak gaat het om verkeerde afrondingen of tikfouten, maar in één op de acht gevallen zijn het statistische misrekeningen die invloed hebben op de resultaten. Dat meldt de Volkskrant. De grote ‘fouten’ ondersteunden vaker wel dan niet de conclusies van de onderzoekers.
Dit blijkt uit onderzoek van de Tilburgse methodologe Michèle Nuijten die een steekproef trok van 30 duizend artikelen tussen 1985 en 2013. Een schrale troost: het aantal sjoemelende psychologen is niet toegenomen, zoals vaak wordt beweerd. Ook is er geen verschil tussen sociale, klinische en experimentele psychologie. In een geruchtmakende enquête gaf eerder al twintig procent van de psychologen toe wel eens data te hebben weggelaten of bijgesteld.
Statisticus Daniël Lakens van de TU in Eindhoven analyseerde de studie van Nuijten en steunt de conclusies. In de Volkskrant zegt hij: ”Het gaat vooral om kleine foutjes. Maar er zijn ook onderzoekers die hun resultaten aanpassen aan hun conclusies in plaats van andersom. Beschamend.”